Het eerste dat mij te binnen schoot nadat ik de eerste aflevering van De Fractie had bekeken was een flauwe grap van Wim Kan: “Een fractieleider lijdt natuurlijk maar een fractie van wat gewone mensen lijden.”
Wat een treurnis. Wat ben ik blij met mijn eigen werkkring!
Wat kan ik me het goed voorstellen dat Femke Halsema er na al die jaren schoon genoeg van had. En ik kan me ook voorstellen dat zij met het idee voor deze televisieserie uiteindelijk een grotere bijdrage levert aan het floreren van onze democratische samenleving dan ze heeft kunnen doen toen zij nog actief was in Den Haag. Want laten we wel zijn: die saaie, voorspelbare, ‘papieren’ toneelstukjes die in de Tweede Kamer opgevoerd worden, die zijn ondertussen toch een tamelijk onzinnige uitwas van onze samenleving geworden. Kijk naar het “terreurdebat” dat gisteren gevoerd werd naar aanleiding van de aanslagen in Parijs. Wat zijn dat voor vreselijke mannetjes die elkaar proberen te beledigen? Maar ja, wat kunnen ze verder ook? Aandringen op meer geld voor de AIVD. Beloven dat aangekondigde maatregelen nu beslist met urgentie zullen worden uitgevoerd. Wijzen op de ontoelaatbaarheid van onduidelijkheden over het zwaarder bewapenen van de politie.
Arme, arme politici. Dat dit hun lot is, als volksvertegenwoordigers. En dan achter de schermen ook nog die opportunistische koehandel in de fractie waar – vanzelfsprekend en voorspelbaar – de persoonlijke ambities voortdurend meer om de eigen loopbaan draaien dan om de maatschappelijke idealen.
En terecht, denk ik. Want er is eigenlijk maar één ideaal dat we in een democratie proberen te realiseren: dat het niet om macht hoeft te gaan, maar dat het om gezag kan gaan — het gezag van het betere argument, het gezag van de woorden die ons zullen kunnen binden, de woorden die gedeeld begrip mogelijk zullen maken tussen mensen met tegenstrijdige opvattingen. Woorden in plaats van wapens. Veel meer is voor een democratie niet nodig. Maar woorden zijn van iedereen. Niet van de volksvertegenwoordigers. Woorden klinken overal. Overal waar mensen elkaar tegenkomen. En ze hoeven niet eens de vorm van woorden aan te nemen. Zoals het gezegde luidt: een beeld zegt soms meer dan duizend woorden. Nou, dat hebben ze gemerkt bij Charlie Hebdo.
Gruwelijk genoeg hebben we in de nasleep van die aanslagen nog iets heel anders gemerkt, iets dat de werkelijke onbestuurbaarheid van een samenleving laat zien, en iets dat ons pijnlijk veel te denken zou moeten geven. Ik bedoel dit: het permanent bijna failliete tijdschrift Charlie Hebdo kent nu plotsklaps een economisch en financieel ongekende bloei. Oude nummers worden voor schandalig hoge prijzen te koop aangeboden. En de wereldwijde eensgezindheid om niet bang te zijn, om de macht van wapens te blijven weerstaan, om humor, satire, tweespalt, discussie en dialoog te blijven aanmoedigen is hartverwarmend. Meer dan hartverwarmend! Alsof we ineens massaal de kracht van weerloze kwetsbaarheid hebben ontdekt.
Zoveel eensgezindheid hadden we zonder die kalashnikovs nooit kunnen organiseren. En natuurlijk betekent dat niet dat ze het in Den Haag eens met wapens zouden moeten proberen. Maar het betekent misschien wel dat we zullen moeten beseffen dat diepe, menselijke verbondenheid niet te organiseren is. Die moet de kans krijgen te groeien, zoals begrip. Doordat iedereen naar woorden blijft zoeken als we met tegenstrijdige opvattingen geconfronteerd worden. Iedereen. Iedereen in zijn eigen leven, met zijn eigen agenda, zijn eigen ambities, zijn eigen gesprekspartners, zijn eigen kwetsbaarheid, zijn eigen behoefte aan liefde, erkenning en verbondenheid.
En laat die arme politici dan gewoon in Den Haag hun toneelstukjes opvoeren. Net als kleine jongens die achterin de auto achter hun plastic stuurtje zitten en serieus het idee hebben dat de auto op hun bewegingen reageert.
Ik volg die toneelstukjes niet meer. En ik geloof dat ik het ook niet zal kunnen uithouden om naar dat treurige gedoe in De Fractie te kijken, hoe goed gespeeld en geschreven misschien ook. Ik prijs me gelukkig dat die wereld mij bespaard is gebleven en dat ik op andere plekken kan zoeken naar de juiste woorden.
Wil je meezoeken en hou je wel van een “ommetje naar jezelf”? Schrijf je dan in voor een week denken en wandelen. In Epidavros, Griekenland.