De uitvinding van generatieve taalmodellen als ChatGPT gaat misschien wel net zo’n groot effect op het menselijk bestaan hebben als de uitvinding van het schrift. Zolang taal niets anders is en kan zijn dan een concrete uitwisseling van gesproken woorden tussen mensen die in elkaars onmiddellijke nabijheid zijn, zal een samenleving alleen maar georganiseerd kunnen worden in een klein stamverband en zal de stabiliteit van die samenleving op niet meer kunnen berusten dan het geheugen en de ingesleten vaste gewoonten van de leden van de stam. Dat is door het schrift dramatisch veranderd. Afspraken kunnen vastgelegd worden en kunnen op ieder moment nagelezen worden door wie dan ook. Wetten kunnen opgeschreven worden en door de tijd heen hun betekenis en geldingskracht behouden. Ook in de persoonlijke omgang heeft het schrift voor enorme veranderingen gezorgd. Brieven kunnen grote afstanden afleggen waardoor mensen nabijheid kunnen ervaren ondanks de grote fysieke afstand die er tussen hen is, zoals prachtig in beeld gebracht door Johannes Vermeer in zijn Brieflezende vrouw.
Herinneringen kunnen bewaard worden, verhalen genoteerd en gedeeld. Het verleden kan in de toekomst van zich laten horen. En we kunnen zelfs op een nieuwe manier met onszelf in gesprek door, bijvoorbeeld, een dagboek bij te houden. Bovendien heeft het schrift een nieuwe omgang met de taal zelf mogelijk gemaakt. Dichters experimenteren met woord en beeldklank, schrijvers hakken, schaven en beitelen hun tekst tot het meeslepende romans zijn, journalisten doen nauwgezet verslag van gebeurtenissen waar wij niet bij konden zijn en onderwijzers schrijven tekstboeken en stellen tentamenvragen op.
Ik geef het onmiddellijk toe, het is een wat teleurstellende apotheose, die tentamens als culminatie van waar het schrift toe heeft geleid. Maar de opkomst van generatieve taalmodellen dwingt ons na te denken over wat wellicht een net zo grote verandering in het menselijk bestaan zal blijken te zijn, als de opkomst, ooit, van het schrift zelf. En getuige de wereldwijde ophef in het onderwijs, lijken de tentamens inderdaad de eerste plek waar we indringend geconfronteerd worden met de aanstaande verandering. Wat die verandering laat zien is dat het schrift zich nu definitief losgezongen heeft van de menselijke interactie. Teksten zijn anonieme uitwisselingen geworden tussen IP-adressen, waar mogelijkerwijs helemaal geen handelend en oordelend mens meer bij betrokken is. Als we belang hechten aan een intelligente gedachtewisseling, dan zullen we het schrift voortaan moeten vermijden en de concrete, fysieke gespreksruimte weer in ere herstellen.
Een campus is daar in feite een geweldig geschikte plek voor, letterlijk een open ruimte of veld, daar waar mensen elkaar ontmoeten. En als we het nodig blijven vinden om aan de hand van tentamens een oordeel te kunnen vellen over het vermogen van studenten om bij te dragen aan een intelligente gedachtewisseling, dan zullen we de mondelinge tentamens in ere moeten herstellen. Dat lijkt me de enige verstandige weg om te gaan, nu teksten in feite geen auteur meer hebben.
Generatieve taalmodellen gaan een enorm effect hebben op de interactie tussen mensen en, dus, op de organisatie van ons onderwijs. Laat daarin dominant blijven wat altijd al dominant had moeten zijn: de concrete, persoonlijke pragmatiek van mensen die met elkaar in gesprek zijn!
Als we belang hechten aan een intelligente gedachtewisseling, dan zullen we het schrift voortaan moeten vermijden en de concrete, fysieke gespreksruimte weer in ere herstellen.
Deze zin haal ik uit je blog. Fysieke gespreksruimte op een niet al te grote schaal waar kleine groepjes docenten en studenten met elkaar kunnen samenkomen. Ik pleit er voor en heb dat ook gedaan toen de nieuwbouw werd ontworpen op de Kralingse Zoom, Hogeschool Rotterdam. Maar alle oproepen ten spijt. met alle gevolgen van dien. Gelukkig kunnen we, docenten en studenten, rekening met elkaar houden, maar een gemiste kans was het wel.
Dus architecten van schoolgebouwen en besluitvormers geef gehoor aan de oproep van Jan Bransen. Dat zou een hoop energie opleveren bij studenten en docenten!
Dank voor deze reactie!