Er gebeuren fantastische dingen tussen mensen, zeker in de tussentijd, en in de tussenruimte. Daar – daar tussen, waar je er niet op let – daar hebben zich van oudsher de media gevestigd. En dan bedoel ik met ‘media’ alles dat een bemiddelende rol speelt in het bij elkaar brengen van mensen – het bij elkaar brengen van hun begrip, hun gevoel, hun verlangens en hun acties.
Het eerste, typisch menselijke medium is onze taal. Ooit zijn onze voorvaderen (en trouwens ook onze voormoederen – let op je taal!) met elkaar gaan praten. We weten niet hoe dat gebeurd is. We weten ook niet waarom. Daar wordt op een intelligente manier door allerlei wetenschappers en filosofen over gespeculeerd. (Zie Christine Kenneally, The First Word.)
We hebben het heel lang met alleen de taal moeten doen. Die taal is fascinerend en ontstellend rijk. Die taal is breed en omvat ook onze lichaamstaal en onze gebarentaal. Wij hebben vaak aan een half woord genoeg, en kunnen ook met alleen ons gezicht een heleboel zeggen. Iedereen heeft wel eens die blik in de ogen van een ander gezien waarover bezorgd opgemerkt kan worden dat “als blikken zouden kunnen doden, dan…”.
Naast die lichaamstaal en die gebarentaal vervult onze natuurlijke, verbale, conceptuele taal een heel belangrijke ondersteunende en corrigerende rol. Want we weten ook allemaal dat je alleen aan een half woord genoeg hebt als je een goede verstaander bent. En er blijken maar al te vaak foute verstaanders te zijn. Onze blikken kunnen heel verkeerd opgevat worden. Dan is het fijn en belangrijk te weten dat wij die rijke taal tot onze beschikking hebben, al die genuanceerde woorden. We kunnen elkaar vragen wat we bedoelen en waarom we doen wat we doen. We kunnen eindeloze gesprekken met elkaar hebben waarin we langzaam maar zeker met elkaar aan verstandige meningsvorming kunnen doen. En hoewel zulke gesprekken vaak genoeg mis gaan, en het soms een circus wordt waarin meningen als pingpongballen over tafel schieten, is onze taal een eindeloos geduldig vangnet en een prachtige medium voor het bouwen van wederzijds begrip.
In het huidige digitale tijdperk waarin de social media je om de oren vliegen, heeft onze taal er allerlei hulpmiddelen bijgekregen. We communiceren er op los. LinkedIn, Facebook, Twitter, Instagram, Email. We spreken vrienden over de hele wereld – vrienden die soms alleen maar “vrienden” zijn, volgers, die we nooit echt ontmoet hebben, namen die niet meer dan vage bekenden zijn. Maar ook digitale vrienden kunnen hele goede vrienden worden. Ze kunnen onze beste vrienden zijn, ook al wonen ze aan het andere eind van de wereld en ontmoeten we ze alleen in cyberspace.
De wereld is echt, en in hoog tempo, enorm aan het veranderen. De nieuwe media geven ons leven op allerlei verrassende en nog onbegrepen manieren vorm.
Lange tijd konden filosofen menen dat onze taal het huis van het zijn is, in ieder geval van ons zijn. Wij zijn knooppunten in de verhalen die er over ons verteld worden en kunnen worden. Maar die verhalen worden tegenwoordig niet meer alleen door woorden gevormd. Er zijn allerlei nieuwe uitdrukkingsvormen en communicatiekanalen bij gekomen. We bestaan in digitale tijdslijnen op allerlei sociale media. We maken selfies bij de vleet. Er is verschrikkelijk veel beeldmateriaal. We gebruiken emoji’s, nemen deel aan flitsende whatsapp-gesprekken waarvan in cyberspace sporen bewaard blijven die op de gekste plekken, totaal uit hun verband gerukt, weer op kunnen duiken.
Er zullen ongetwijfeld cyberfilologen ontstaan (waarschijnlijk zijn ze er al) die dit soort sporen bestuderen en hun betekenis proberen te achterhalen, te reconstrueren of te creëren. Mooi en boeiend werk. Er zullen filosofen opstaan die deze nieuwe media zullen bestuderen, die vragen zullen stellen over hoe die media vormen van menselijk bestaan mogelijk maken, of juist minder mogelijk maken. Media zijn er om te gebruiken. Zoals wij klakkeloos onze taal gebruiken. Maar wat die taal met ons bestaan doet en met ons begrip van de werkelijkheid en van elkaar… dat is van oudsher het onderwerp waar filosofen zich over gebogen hebben. Met de opkomst van de nieuwe social media krijgen filosofen er een fascinerend nieuw onderzoeksveld bij.
Verrassend genoeg zal dat op een bepaalde manier een heel traditioneel onderzoeksveld zijn. Want eigenlijk gaat het gewoon om hoe wij ons bestaan met elkaar ervaren door het met elkaar vorm te geven. Daar komt veel begrip bij kijken. En ook onbegrip. Want net als taal onthullen de nieuwe media een heleboel. En daardoor verhullen ze ook een heleboel.
Dat wil ik jullie laten ervaren tijdens de laatste try-out van Bildung Nijmegen, op 17 januari 2019. Wees welkom!