Meer dan 20 jaar geleden zag ik een documentaire waarin een Islamitisch meisje werd geïnterviewd. Ze vertelde over een dilemma waar ze mee zat. Ze wilde graag met haar vriendinnen naar het schoolfeest om te dansen, maar ze wilde ook graag een goede dochter voor haar ouders zijn. En ze wist niet hoe ze dat allebei moest kunnen waarmaken. De interviewer vatte haar probleem samen: “Dus je moet eigenlijk kiezen tussen je ouders of je vriendinnen. Je kunt niet aan beiden trouw zijn.”
Het meisje protesteerde. Nee, zo zat het niet. Het ging niet om haar vriendinnen of haar ouders. Het ging om haarzelf. Ze wist niet hoe ze trouw moest zijn aan zichzelf.
Die constatering raakte mij diep. Dit was goed gezegd. Dit herkende ik.
Maar de journalist begreep het niet. Die dacht dat dit meisje een maatschappelijk probleem internaliseerde, en zichzelf klem liet zetten door tegengestelde levensbeschouwelijke oriëntaties. Het was echter een slim meisje. Ook als de journalist gelijk had, zo zij zei, dan nog maakte dat voor haar probleem niet uit, want dan nog zou het gaan om de vraag of zij zich beter op haar plaats zou voelen bij haar vriendinnen of bij haar ouders. En dat zou nogmaals betekenen dat zij moest bepalen wat zijzelf wilde, of wie zijzelf was. En in feite wist zij wel wie zij was: een goede dochter voor haar ouders en ook een jonge meid die graag met vriendinnen naar het schoolfeest gaat om te dansen. Het probleem was alleen dat het voor haar onmogelijk leek om dat allebei te zijn.
Dit probleem heeft mij de afgelopen 20 jaar op allerlei manieren beziggehouden. Het is een mooi filosofenprobleem. Het gaat over zelfkennis. En het gaat over persoonlijke identiteit. Over autonomie en authenticiteit. En over reflectie, over praktisch redeneren en het vermogen een goede, liefdevolle relatie met jezelf en je eigen leven te onderhouden.
Ik heb er inmiddels een hele serie artikelen over geschreven. En nu dan ook een klein boekje voor een groter publiek: Wie ben ik dan? Een filosofisch draaiboek voor je toekomst.
Dat boekje is aan jou opgedragen — ja, aan jou, jij die dit nu leest — en aan het alternatief van jou dat jou het meest aanspreekt. In die toevoeging ligt het hele idee van het boekje vervat. Het is mijn antwoord op het probleem dat zichtbaar werd in dat interview, in het onbegrip dat de journalist en dat Islamitische meisje met elkaar deelden toen dat meisje uit de grond van haar hart zei dat ze trouw wilde zijn aan zichzelf.
Want wat betekent dat? Wat kan dat betekenen als je rekening houdt met de contingentie van het menselijk bestaan, met het gegeven dat wat wij willen en belangrijk vinden door en door bepaald is door het tijdsgewricht, en door de cultuur en de samenleving waarin wij opgroeien? Hoe kan je trouw aan jezelf zijn als het idee van een vaste en onwrikbare persoonlijke kern, een Zelf-met-een-hoofdletter, die volstrekt onafhankelijk is van de omgeving waarin die zich bevindt, helemaal niet begrijpelijk te maken is? Hoe kun je, om het op deze manier te zeggen, zowel recht doen aan de relativiteit van het zelf (die Boeddhisten zo goed lijken te begrijpen) als aan de noodzaak trouw te zijn aan jezelf (die dat Islamitische meisje zo goed voelde)?
Daar gaat mijn boekje over.
Natuurlijk ga ik je in dat boekje niet vertellen hoe jij trouw kunt zijn aan jezelf. Hoe zou ik dat kunnen? Ik ken jou immers helemaal niet. Maar ik denk wel dat ik een goed verhaal te vertellen heb over de criteria aan de hand waarvan jij zou kunnen bepalen wat je te doen staat om trouw te zijn aan jezelf. En dat heeft precies te maken met die opdracht die voor in het boekje staat: dat je de voorwaarden zult kunnen scheppen waarin je aangesproken zult worden door een alternatief van jouzelf, een alternatief dat jou het meest aanspreekt.
Ik geloof graag dat dit vaag en mysterieus klinkt. Ik hoop ook dat het je intrigeert. En als je van denken houdt, en van de dynamiek van gevatte dialogen, dan weet ik zeker dat je het boekje zelf helemaal niet vaag of mysterieus zult vinden.
Jezelf misschien wel. Maar ja, wat wil je?