In een proefschrift dat ik moest beoordelen kwam ik een prachtig citaat tegen:
An ancient Buddha said, “Mountains are mountains, waters are waters.” These words do not mean mountains are mountains; they mean mountains are mountains.
Een mooi rijtje woorden. Kijk er nog maar eens naar. Zie je die puntkomma? Daarin gebeurt het allemaal. En het ligt voor de hand om met een beleefde stilte je respect te betuigen voor die puntkomma, om de wijsheid er gewoon te laten zijn, zonder hem uit te leggen of uit te willen leggen.
Dat is nou precies waarom filosofie in het Nederlands zo mooi “wijsbegeerte” heet. Want een beetje filosoof laat zo’n puntkomma niet stilzwijgend voorbijgaan. Wijsheid moet uitgelegd worden. En heel veel wijsheid kan uitgelegd worden, ook al vraagt dit nogal wat van de toehoorders, die goede verstaanders moeten zijn en aan een half woord genoeg moeten hebben. Maar toch, een half woord is meer dan alleen een puntkomma.
Ik moest hieraan denken toen ik de neiging kreeg een foto uit te leggen die op mijn verzoek gemaakt is door een tijdschrift waarin ik een column krijg. De foto gaat overigens niet gebruikt worden, omdat hij niet in het format van het tijdschrift past. Maar ik leg hem graag uit, zoals ik ook graag die puntkomma hierboven uitleg. Eerst de foto, die over zelfkennis gaat. Dit is wat ik zie. En wat ik laat zien.
In de verdubbeling van de spiegel vang ik met behulp van een schilderijlijstje het beeld dat de kijker van mij heeft, een beeld dat ik de kijker graag aanbied omdat ik mijzelf daarin herken. Die spiegel staat wat mij betreft voor onze gemeenschappelijke taal, de taal waarin wij onszelf verdubbelen, door onszelf in een verhaal over onszelf voor onszelf te bevestigen als vertrouwd en begrijpelijk en dat gebeurt door onszelf tegelijkertijd herkenbaar en bekend te maken voor anderen. Dat kan en gebeurt op allerlei manieren en allerlei momenten, soms door urenlang een diepgaand gesprek te voeren, soms door na te praten over een film die je zag of een boek dat je las, soms door even bij te praten met een goede vriend, en soms gebeurt het alleen maar in een groet die je iemand geeft. Zo’n groet die hetzelfde doet als die puntkomma in dat citaat.
Wat gebeurt daar dan, in zo’n groet? Hetzelfde als in die puntkomma.
Die oude Boeddha had het over echte bergen, je weet wel, bergen. Maar in de uitleg wordt dat gewoon alleen maar een woord. Zes letters: ‘B’ ‘E’ ‘R’ ‘G’ ‘E’ ‘N’. Of eigenlijk in het Engels negen: ‘M’ ‘O’ ‘U’ ‘N’ ‘T’ ‘A’ ‘I’ ‘N’ ‘S’. Of, vermoed ik, in het Chinees, twee karakters: ‘山’ ‘區’.
Die karakters, letters en woorden zijn natuurlijk geen bergen. En de uitspraak van de Boeddha betekent dan natuurlijk ook niet dat echte bergen karakters, letters, of woorden zijn. Dat is wat er vóór de puntkomma staat. Maar dan na de puntkomma is er iets gebeurd: begrip is ingedaald. En nu staan die woorden voor begrip, voor het begrijpen – het werkelijk begrijpen – van het gegeven dat een berg een berg is. Begrip is het besef dat de bergen en degene die over die bergen praat op een bepaalde manier iets dieps en essentieels delen, namelijk het begrip BERG. Dat begrip uit zich in een echte berg als het zijn van een echte berg en het uit zich in de spreker als het denken van een echte berg.
Het verband en het verschil te begrijpen tussen zijn en denken, dat is wat een filosoof probeert te articuleren.
Daar is taal voor nodig en dat is natuurlijk een lelijke valkuil. Want taal is een bindmiddel, maar ook een splijtstof. Taal onthult én verhult. Ondanks het risico van onbegrip willen filosofen het experiment met de taal graag aangaan. Ze willen hun taalvermogen gebruiken om verslag te doen van het ‘ommetje naar zichzelf’ dat ze maken als ze iets begrijpen. Als je dat experiment liever niet aangaat, dan kijk je gewoon naar die puntkomma in het citaat, of naar die foto van mij, en dan geniet je van het respect dat je stilzwijgend betuigt als je beseft dat er zich begrip realiseert.
Maar als je het experiment van de wijsbegeerte wel aan wilt gaan, dan ben je komend voorjaar welkom in Griekenland, op Artisa, waar ik een week lang met jou wil gaan wandelen en filosoferen.