Najaar 2021 – op het moment dat de Nederlandse aanpak van de coronapandemie voor een diepe verscheurdheid in de samenleving zorgt – komen een aantal Amsterdamse studenten in verzet. Zwijgen is niet meer mogelijk. Fundamentele rechten en vrijheden waarvoor eeuwenlang gestreden is, worden immers bedreigd door de opkomst van het coronatoegangsbewijs. De moderne samenleving die wij hebben weten te creëren, gebaseerd op het Verlichtingsdenken dat ons definitief belooft te bevrijden van de willekeur, staat serieus op het spel. Verzet is nodig en dus ligt een naam voor deze studenten voor de hand: Studenten in Verzet.
Al gauw blijkt ook iets anders nodig: gesprek. Want het is cruciaal voor onze samenleving dat we de om zich heen grijpende polarisatie overbruggen, dat we leren luisteren naar elkaar, argumenten leren wegen, vragen leren stellen. En juist daarom zijn deze studenten onverzettelijk op één punt: het onderwijs moet onverdeeld open. Verzet is niet genoeg en dus ontstaat als vanzelf een tweede naam voor de beweging die deze studenten ontketenen: Studenten in gesprek.
Ik ben één van de gelukkigen die met deze studenten in gesprek ben gegaan. In een knusse studio aan de Amsterdamse Overtoom. Een gesprek over het belang van de onderzoekende houding en over het onderwijs dat nodig is om die onderzoekende houding te ontwikkelen.
Kijk en luister. Vind er iets van. Vertrouw je eerste indruk. En neem dan de onderzoekende houding in: waarom is dit je eerste indruk? Wat is die waard? Wat kun je ermee? Wat moet je ermee?