De relatie tussen onze meningen en onze beslissingen is niet altijd goed te volgen. Het zijn ook heel verschillende dingen: meningen en beslissingen. Er liggen hele verschillende processen aan ten grondslag en ze spelen totaal verschillende rollen in ons leven. Dat is ook zo bij politici, maar één van hun valkuilen is dat ze zowel de onderliggende processen als de uitkomsten op elkaar gaan laten lijken. Dat ligt ook voor de hand, want ze functioneren nu eenmaal in een parlementaire democratie waarin we al pratend onze samenleving vorm proberen te geven.
Een begrijpelijke valkuil.
Maar het praten dat tot meningen leidt verschilt sterk van het praten dat tot beslissingen leidt. Erasmus begreep dit al en ontwikkelde liever een opvoedingsklimaat (dat wat wij later een levensbeschouwing zijn gaan noemen) dan een politieke arena.
In die politieke arena laat je van je horen. Je spreekt zo overtuigend mogelijk. Je probeert jouw punt te maken. Dat is natuurlijk wel een kwestie van jouw perspectief over het voetlicht brengen maar het is vooral ook een kwestie van proberen je gesprekspartners te overtuigen. Je aandacht gaat niet primair en niet vooral uit naar het onderwerp waar je over praat, maar gaat vooral uit naar je toehoorders. Hoe raak je ze? Hoe weet je ze te bewegen? Hoe weet je ze aan jouw kant te krijgen?
Dat proces heeft met besluitvorming te maken, maar nauwelijks met meningsvorming. Je wordt geacht je mening al te hebben, en die zet je in om samen tot een besluit te komen, een besluit dat hopelijk zo goed mogelijk recht doet aan de meningen die in het spel zijn. Zo’n proces van besluitvorming lijkt niet op het proces van meningsvorming. Want dat is een zoektocht naar de juiste woorden. Een prachtige zoektocht naar dat punt waarin jouw mening volstrekt correct weergegeven wordt door onze woorden. Want de woorden zijn altijd van ons. Van iedereen. Van de taal die de onze is en die zich op fascinerend veel manieren verhoudt tot de wereld, die ook de onze is.
Over die wereld, onze wereld, en daarmee natuurlijk ook over onze taal – die zowel in de wereld is als over die wereld gaat – gaan onze meningen. Die meningen – onze meningen – vormen we niet door naar politici te luisteren, of als politici te spreken. Die meningen hebben niets met persuasieve communicatie te maken. Die meningen vormen zich langzaam, heel langzaam. En dat gaat alsmaar door, in een tijdscyclus die veel en veel trager is dan die van de beslissingen.
Als je de samenleving echt wil beïnvloeden, moet je misschien wel onze besluitvormingsprocessen beïnvloeden. Maar om die te kunnen beïnvloeden moet je niet aan politiek doen. Welnee. Dan moet je veel tragere routes bewandelen. Dan moet je aan opvoeding doen. En aan het denken over opvoeding. Dan moet je werken aan een opvoedingsklimaat.
Politici menen dat wellicht te doen. Maar ja, kleine kinderen die op de achterbank met een plastic stuurtje spelen, menen vermoedelijk ook dat zij de auto besturen.