Het idee komt bij Erasmus vandaan: om een samenleving goed te organiseren is het niet zo belangrijk om de juiste politici te kiezen maar om politici op de juiste manier op te voeden, te vormen en te onderwijzen.[i] Het idee heeft drie belangrijke implicaties.
Ten eerste heb je echt een langetermijnvisie nodig. We kunnen ons nu, bijvoorbeeld, wel druk maken om de uitkomst van de laatste verkiezingen en vermoedelijk is de constatering terecht dat we een heel andere uitkomst hadden kunnen krijgen als de verkiezingen een week eerder of juist een week later hadden plaatsgevonden. Maar deze kortstondige wispelturigheid is het resultaat van zeker vijfentwintig jaar verwaarlozing van de opvoeding, de vorming en de opleiding van actieve burgers, burgers die niet alleen als onderdanen geregeerd moeten worden maar die juist ook als volksvertegenwoordigers kunnen regeren. Als we betere politici willen, moeten we vandaag op de basisschool beginnen en vijfentwintig jaar geduldig volhouden.
Ten tweede weerlegt dit idee de defensieve opvatting die je in de wereld van het onderwijs nogal eens hoort, de opvatting dat “education cannot compensate for society”.[ii] Natuurlijk moeten we van het onderwijs niet verwachten dat het de problemen oplost die ontstaan doordat we nalaten falend maatschappelijk beleid te corrigeren. Wat we echter wel van het onderwijs mogen verwachten is dat het alternatieve omgangsvormen ontwikkelt tussen de oudere en de jongere generaties en dat het daardoor een voor-beeld zal kunnen zijn van hoe wij de samenleving van de toekomst zullen kunnen organiseren.
En ten derde benadrukt dit idee dat een goede samenleving niet zozeer het resultaat is van politici die gedurende één enkele regeringsperiode van dag tot dag wetsbesluiten nemen, maar het resultaat is van politici die gedurende twintig tot dertig jaar gewerkt hebben aan de ontwikkeling van een goede mentaliteit. We zijn de afgelopen honderd jaar besluiten veel te belangrijk gaan vinden, maar in een complexe en dynamische samenleving zijn besluiten helemaal geen doorslaggevende factoren. Het gaat veeleer om de standvastige toewijding aan een goede, weloverwogen visie op hoe wij in het licht van onze diversiteit onze pluraliteit in harmonie kunnen organiseren. Het is deze stabiele diep-democratische mentaliteit, die onze samenleving een goede regering geeft. Zo’n regering bestaat niet uit roeptoeters die op ieder willekeurig moment het electoraat weten te bespelen met al dan niet gevatte oneliners. Zo’n goede regering bestaat in feite uit ons allemaal, uit ieder van ons die zich inspant om zich een leven lang te blijven ontwikkelen, ieder van ons die in feite een eeuwige student blijft, die het onderwijs nooit achter zich laat, omdat het onderwijs en de samenleving in feite twee kanten zijn van dezelfde medaille.
Het is een goed idee, dat van Erasmus. Humanisme is dan ook nooit een politieke stroming geweest. Het is een levensbeschouwing. Het doet aan politiek door aan opvoeding, vorming en onderwijs te doen.
[i] Desiderius Erasmus, De opvoeding van de christenvorst. Opgenomen in deel 3 van Erasmus’ verzamlend werk, Amsterdam: Athenaeum, 2016. Vertaling van Bé Breij en Jeanine de Landtsheer.
[ii] Bernstein B (1970) Education cannot compensate for society. New Society, 26 February, 344–351.
Dank Jan, dit is wat wat ik nodig heb. Zeer inspirerend en bruikbaar.
Instemmende groet,