Het viel me ineens op. Het regende en ik had wind tegen. De eerste dag in het nieuwe jaar dat ik weer naar mijn werk fietste. Ik was wat in gedachten verzonken, verdrietig over het debacle met de STAP-regeling waarover ik zojuist gelezen had. Een fiets haalde mij in, met groot gemak, een oudere vrouw die een comfortabele weer-en-wind-jas droeg.
Elektrische fiets, natuurlijk. (Ik heb er ook een, voor zomerse ritjes. Heerlijk. Ik weet waarover ik spreek.)
En toen drong het tot me door.
Die vrouw had haar inspanningen uitbesteed. Aan de motor en de accu van de fiets. En daarmee aan in feite een heleboel andere mensen, mensen die zelf wel moeten ploeteren, die als kleine kinderen in de kobaltmijnen van Congo of de lithiummijnen van Bolivia werken, die als matroos op enorme mammoetschepen van China naar Europa varen, die als havenarbeiders in de overslag werken en als vrachtwagenchauffeur lange, eenzame dagen maken, die als fietsenmaker verbeten moeten bijscholen omdat elektrische fietsen om heel ander onderhoud vragen.
De vrouw was zich ongetwijfeld van geen kwaad bewust. Wellicht had ze die elektrische fiets nodig, was het echt een enorme uitkomst omdat ze altijd zo’n haast heeft, omdat ze mantelzorger is en haar nog veel oudere moeder ging bezoeken, die nog op zichzelf woont, vergeetachtig en half dementerend, die al lang op een wachtlijst staat, maar ja, geen plaats en eigen verantwoordelijkheid.
Het gaat mij niet om die vrouw en ook niet om die fiets. Het gaat me om de vanzelfsprekendheid waarmee we menen dat geploeter er in het leven niet meer bij hoort. Zaken horen gemakkelijk te gaan, horen gemakkelijk te moeten kunnen gaan. Efficiëntie en effectiviteit horen fundamentele kenmerken te zijn van onze infrastructuur, van de omgeving waaraan we al onze inspanningen moeten kunnen uitbesteden, zodat wij zelf een leven kunnen leiden waarin wij altijd wind mee hebben. Het gaat me om de vanzelfsprekendheid waarmee we menen te mogen verwachten dat wij recht hebben, of in ieder geval recht zouden behoren te hebben, op een leven lang wind mee. Alsof geploeter er niet bij hoort. Het is die mentaliteit die me dwars zit, de vanzelfsprekendheid waarmee we ervan uitgaan dat moeite, getob, gezwoeg, gesjouw uiteindelijk niet op ons eigen bord horen te hoeven liggen.
Omdat geploeter er nu eenmaal altijd wél bij hoort, omdat het enige dat leven de moeite waard maakt precies die moeite is die het waard maakt, daardoor leven we een ongezond en oncomfortabel leven. Niet omdat het een kwestie van ploeteren is, maar omdat we menen dat het geen kwestie van ploeteren zou behoren te zijn.
Het is juist die mentaliteit die voor stress zorgt, omdat we alsmaar bezig zijn om de eindstreep te halen, de streep waarna het geploeter definitief ten einde zal zijn, de streep waarna we alleen nog wind mee zullen hebben, de streep waarna we volstrekt onbezorgd op onze elektrische fiets zomerse ritjes zullen kunnen maken in een wereld waarin iedereen al zijn geploeter zal hebben uitbesteed. Zonder restschade voor anderen. Het is die mentaliteit, te denken dat die ene laatste inspanning nog nodig is, nu, op dit moment, omdat er geen tijd meer te verliezen is, om daarna dan voor eeuwig uit de zorgen te zijn. Het is die ongezonde omgang met ons geploeter, met dat wat ons leven de moeite waard maakt, die ervoor zorgt dat we onszelf ongelukkig maken en niet alleen onze leefomgeving maar ook het leven zelf vernietigen.
Frappant genoeg stemt dit besef mij ineens optimistisch en hoopvol. Laat het geploeter maar komen. Ik sta er klaar voor.
Dit lezen geeft weer moed en kracht om vooruit te gang dwars het leven door. Dank daarvoor!
Geploeter is inherent aan het leven, een stapje verder zelfs, een leven zonder enige vorm van ontwikkelingslijden is zelfs ondenkbaar. Nu ik op 64 jarige leeftijd heb besloten om (weer) zingend en verhalen vertellend door het leven te willen gaan is het aanleren van nieuw gedrag onontbeerlijk, en ja dat gaat soms met pijn gepaard. Toen ik nog actief les gaf was de voorbereiding op een college enorm en (zeker door managers) sterk onderschat. Voor enige ‘minutes of fame’ heb ik die inspanning over, want doceren, acteren is mijn passie. Ik ben het geheel eens met Jan, geploeter, in voornamelijk je eigen leerontwikkeling, kun je niet uitbesteden aan een ander..
–
Struggling is inherent in life, one step further, a life without any kind of developmental suffering is unthinkable. Now that I have decided at the age of 64 to go through life singing and storytelling (again), learning new behavior is essential, and yes that is sometimes accompanied by pain. When I was still actively teaching, the preparation for a lecture was enormous and was (certainly by managers) enormously underestimated. For a few ‘minutes of fame’ I am willing to put in the effort, because teaching, acting is my passion. I completely agree with Jan, struggling, especially in your own learning development you cannot outsource to someone else..