Nieuwe vormen van verte en nabijheid

Het is al een week extreem warm in India. Temperaturen van boven de 45 graden Celcius hebben inmiddels al meer dan 1100 dodelijke slachtoffers gemaakt. Vooral onder daklozen.

Het is een klein nieuwsbericht waarvan totaal onduidelijk is wat ik ermee moet, wat ik ermee kan. Wat betekenen die woorden? Wat zeggen ze mij, hier in het grijze, koele Nederland waar de lente nog niet echt op gang wil komen. Is het een weerbericht? Zoveel doden?

Of neem deze: er dobberen vermoedelijk nog meer dan 2500 mensen op zee tussen Bangladesh en Sumatra. Is ook nieuws. Het zijn islamitische vluchtelingen uit Myanmar, zo lees ik.

Hoe gewelddadig kunnen woorden zijn? Honderd, tweehonderd letters op een rij. Volstrekt betekenisloos. Hoe hoog is een berg van elfhonderd stoffelijke overschotten? Uitgemergelde lijken, verteerd door de alles verzengende zon. Hoe ruikt dat? Hoe loop je daar omheen? Hoe kijk je daarnaar?

En dan die boten met wanhopige vluchtelingen, stervend van de dorst, met al dat water om hen heen.

Dobberen.

Het klinkt schattig, een woord voor een plastic eendje in een badkuip. Geen woord voor meer dan vijfentwintighonderd radeloze slachtoffers die door brute mensensmokkelaars de zee op zijn gestuurd, in boten die vast groter zijn dan ik me voorstel, maar ook voller dan ik bedenken kan, op een zee die zo eindeloos groot is, zo eindeloos groot. Het is niet te bevatten nieuws.

Wat moeten we daar toch mee? Wat heeft het voor zin dat die paar woorden mij bereiken, ergens in een hoekje van mijn scherm, een scherm dat in een nette studeerkamer staat, in een beschaafd land op het Noordelijk halfrond, een land waarin we ons druk maken over het debacle met de hogesnelheidslijn. Hoe erg was het geweest als die ene kop mij niet bereikt had, als het te druk geweest was op internet, of op de redactie van het ANP, en als met één druk op de knop ergens onderweg een journalist voorkomen had dat het bericht mij ooit bereikte?

Zulke berichten moeten er ook zijn. Berichten die het niet redden, die er niet in slagen de oversteek te maken. Bijvoorbeeld omdat er tegelijkertijd al 1100 doden zijn gevallen in India, als gevolg van extreme hitte, terwijl het in zo’n gesneuveld bericht bijvoorbeeld maar om een paar doden gaat, of alleen maar over een verkeersongeluk en één zwaargewonde.

Zwaargewonde.

Ook zo’n woord. Stel dat het je kind is. Of je vader. Hoe ze hem in de traumahelicopter moeten zien te krijgen. De maanden tussen hoop en vrees die volgen. Het blijvend letsel, als je geluk hebt. Een revalidatie die jaren duurt. Jouw leven dat voorgoed veranderd is. Voorgoed. In iedere kleine handeling, in iedere gedachte, in ieder gebaar.

Tja…

Het schrift heeft veel veranderd, ooit, lang geleden. Letters op perkament hebben vaste afspraken mogelijk gemaakt. En verhalen om te onthouden, over generaties heen. De boekdrukkunst, daarna, maakte een geletterde elite mogelijk, vele mensen die op verschillende momenten en op verschillende locaties precies hetzelfde konden lezen. Het heeft onderwijs mogelijk gemaakt. En wetenschap. Emancipatie uit onwetendheid.

En dan nu dat onbegrijpelijke, onoverzichtelijke internet, dat het mogelijk maakt om op ieder moment getuige te zijn van wat zich waar dan ook ter wereld afspeelt. We mailen en appen met mensen aan het andere eind van de wereld even gemakkelijk als met onze kinderen boven op hun kamer. Alleen de verdunning is onverdraaglijk, de vervreemdende en ontnuchterende abstractie, waardoor een meedogenloos indringend en volstrekt ontredderend drama verandert in een tweet van 140 tekens.

Zullen we nieuwe vormen van medemenselijkheid kunnen ontdekken in die onvoorstelbaar nieuwe vormen van verte en nabijheid die het internet ons biedt? Ik hoop het. En het zal wel. Dat ligt immers vervat in dat bijzondere vermogen van ons, waarover ik mijn boek Laat je niets wijsmaken schreef, ons gezonde verstand, dat optimistische vermogen om ons in te voegen in nieuwe scenario’s.

Maar zo af en toe voel ik mij behoorlijk ongemakkelijk. En verward. Ontdaan. Verscheurd tussen de nuchtere klank van zakelijke woorden en de onthutsende beklemming van het besef hoeveel menselijk leed zich in andere levens voltrekt. En dan voelt het bijzonder gênant om dit blog af te sluiten met een uitnodiging, een uitnodiging om deze zomer over dit soort kwesties verder te denken, in een prachtig kasteel in Frankrijk. Toch is dit zo’n uitnodiging. En hier is de link voor als je geïnteresseerd bent geraakt.