Ik kan behoorlijk verdrietig worden van het gemak waarmee er in het onderwijs over kennis gesproken wordt alsof het om een verzameling antwoorden gaat die je uit het hoofd zou kunnen leren of die je zult weten te vinden op internet als je een keer met een vraag mocht zitten. Dat beeld past goed bij een tweede misvatting, waar ik dan meestal niet verdrietig van wordt, maar boos. Omdat de mensen die deze tweede misvatting in stand blijven houden, beter zouden moeten weten. Deze tweede misvatting gaat over de overdraagbaarheid en de toepasbaarheid van kennis. Als je de eerste fout maakt, en denkt dat kennis een verzameling antwoorden is, dan ligt de tweede fout voor de hand: dat je namelijk denkt dat je kennis kunt overdragen (zoals je iemand een pakketje kunt geven) en dat je na ontvangst van die kennis iets kunt wat je daarvoor niet kon (zoals het pakketje weer doorgeven aan iemand anders, of het uitpakken en dan iets met de inhoud doen).
Maar kennis kun je niet overdragen en kennis kun je niet toepassen.
Dat is natuurlijk nogal een boude bewering. Dat realiseer ik mij. Ik weet dat ontstellend veel mensen denken dat je kennis wel degelijk kunt overdragen en dat dat zelfs één van de belangrijkste taken van het onderwijs is. Maar dat is een jammerlijke vergissing.
In mijn nieuwe boek Gevormd of vervormd? Een pleidooi voor ander onderwijs besteed ik een heel hoofdstuk om bovenstaande bewering te onderbouwen.
Hier zal ik er alleen kort iets over schrijven, vooral om een beetje stemming te maken. Daarmee hoop ik te bewerkstelligen dat jullie naar mijn boek gaan uitkijken en er over gaan praten alsof het om het langverwachte boek van Jan Bransen gaat. Dat vind ik wel een aanlokkelijke manier van marketing. Of het werkt weet ik natuurlijk niet. Dat laat ik aan jullie over.
Maar hier is het idee en ik gebruik alleen een metafoor. Stel dat de buurman bij je aanbelt. Er is een pakje bij hem bezorgd omdat jij niet thuis was. Het is voor jou bestemd. Je pakt het nieuwsgierig uit en het blijkt een drone te zijn. Fantastisch! Het is een cadeau van een vriend met wie je laatst enthousiast hebt zitten praten over de meest geweldige foto’s die hij je liet zien – van jouw dorp, van Utrecht, wild op de Veluwe, de uiterwaarden van de Waal. Prachtige, echt prachtige plaatjes. Vanuit de lucht geschoten. En dan nu een drone voor jou.
Super chill, zouden je kinderen zeggen.
Maar helaas. Het is een bouwpakket. Duizenden onderdelen. Alles los. Geen enkel al gedeeltelijk in elkaar gezet onderdeel. Er zit wel een handleiding bij. Althans, je denkt dat het boekwerk dat erbij zit de montagehandleiding is. Je weet het niet zeker, want hij is helemaal in het Chinees geschreven. Tenminste, dat denk je. Misschien is het Japans; misschien Thais. Weet jij veel. Je hebt geen flauw idee. En er staan ook bijna geen plaatjes in.
Heb je nu een drone gekregen van die vriend? Tja… in één betekenis van het woord wel. Als jij Chinees kon lezen, een begenadigd knutselaar zou zijn en een schuur vol specialistisch gereedschap zou hebben, ja, dan heb je een drone gekregen.
Zou je de drone die je gekregen hebt door kunnen geven aan iemand anders? Ja, dat is niet moeilijk. Gewoon die doos dicht laten en doorgeven. Zou je die ander dan een drone hebben gegeven? Nou ja, in die ene betekenis van het woord wel.
Zoals leerlingen op school voor een proefwerk een voldoende kunnen halen door alles uit hun hoofd te leren.
Werkt deze metafoor? Geef je iemand kennis als je hem alle informatie geeft die hij nodig heeft? Geef je hem überhaupt informatie als je er de interpretatiesleutel niet bij geeft? Of is het dan slechts een pakket ruwe data? Zijn dat überhaupt data, of is het gewoon een doos vol willekeurig materiaal? Hoeveel voegt die ander zelf toe als hij van al dat materiaal kennis maakt? Heb je hem een drone gegeven als hij er in slaagt van dat materiaal een op afstand bestuurbaar speedbootje te maken?
Dit zijn de vragen waarmee ik in mijn nieuwe boek bijvoorbeeld de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen lastig val. Want ik vind het een gotspe dat de KNAW in 2016 een Knowledge Transfer Office heeft opgetuigd dat onderzoekers helpt bij “het geschikt maken en beschikbaar stellen van kennis aan derden.”
Hoe zou die afdeling eruit zien? Zit ik er ver naast als ik me voorstel dat ze daar kerstpakketten samenstellen, boordevol onderdeeltjes?
Zie je de burgerij al knutselen?
Moet je eens op een school gaan kijken: allemaal jongeren die bouwpakketten doorschuiven. Niemand die aan het knutselen is. Want al dat speelgoed is al voorgefabriceerd. Een grote doos legostenen zonder handleiding is er niet meer bij.
Beste Jan,
Ik houd van u! Wat een verademing, wat een verrukkelijke manier om naar alle misverstanden rondom het begrip kennis te kijken. Ik sluit me er volledig bij aan!
Rosa
Designthefuture.nl (daar schrijf ik over mijn visie op onderwijs)
Als mijn verrrukkelijke manier om misverstanden op te helderen om van te houden is, dan ga ik daar graag mee door. Dank u.
15 nov. 2018
nav een dictee op een basis-school:
ZIEN dictee
het schrijven van een woord of een zin
is een groot gebied
het valt tussen wel en niet
gekan of gekund