Omdat drie democratische scholen een lustrum te vieren hadden – DOE040 in Eindhoven bestaat 10 jaar, De Vrije Ruimte in Den Haag 15 jaar en De Ruimte in Soest 20 jaar – hebben twaalf samenwerkende democratische scholen besloten een boek te maken waarin tachtig alumni vertellen over hun ervaringen in en na het democratisch onderwijs. Hoe kijken ze terug op hun schooltijd? Wat heeft het democratisch onderwijs hen gebracht? Wat heeft het voor hen betekend?
Het resultaat is een prachtige bundeling verhalen die een fascinerend beeld geven van wat er met jonge mensen gebeurt – en wat zij dóen – als zij geen leerling hoeven zijn, maar vanaf de eerste dag dat zij een democratische school binnenstappen gezien en gehoord worden als mens, als persoon.
je kunt geen leerling zijn
Het boek is een goed geschreven, toegankelijk, heerlijk bladerboek. Je kunt het op iedere willekeurige bladzijde openslaan om een interview te lezen. En hoewel de verhalen sterk op elkaar lijken, lijken al die alumni helemaal niet op elkaar. Ze zijn stuk voor stuk duidelijk verschillende personen, met hun eigen herinneringen, ervaringen, opvattingen, talenten, wensen en ambities, maar door al die verschillen heen hoor je permanent dezelfde kijk op mensen en op ontwikkeling die – zo wordt in dit boek meer dan duidelijk – kenmerkend is voor het democratische onderwijs. Ik kan het niet beter samenvatten dan in de constatering dat de rol van ‘leerling’ in het democratische onderwijs in feite geen beschikbare rol is. Niemand kan op een democratische school een leerling zijn. Niemand heeft in het democratisch onderwijs een hoofdtaak die ‘leren’ heet. Niemand vertelt een ander wat hij of zij zou moeten leren; niemand controleert of dat leren daadwerkelijk plaatsvindt en niemand toetst of dat leren de gewenste effecten heeft. Er is geen curriculum en er zijn geen leerdoelen, althans geen andere doelen dan de ontwikkelingsdoelen die iemand zichzelf stelt. Dat brengt een grote, interessante, soms frustrerende, soms zware, maar vaak ook buitengewoon motiverende verantwoordelijkheid met zich mee. Zoals één van de alumni het formuleert: “als je op een democratische school geen initiatief neemt, gebeurt er niks.”
Maar in ieder interview lees je dat er juist heel veel gebeurt, veel ook dat totaal niet lijkt op wat we gewend zijn te associëren met onderwijs. Dat kom je in veel verhalen tegen, de moeite die het kost, de onmogelijkheid die het haast is, om aan mensen die het democratische onderwijs niet kennen, uit te leggen wat er nu daadwerkelijk gebeurt in een democratische school en hoe dat wat daar dan gebeurt werkelijk een alternatief is voor het reguliere onderwijs – en een góed alternatief ook nog. Juist daarom is dit een belangrijk en goed boek. Want het laat je als het ware van binnenuit ervaren hoe het is om je jeugd te hebben doorgebracht in het democratische onderwijs. In al die verhalen lees je terug dat je je als mens kunt ontwikkelen en dat dat gepaard gaat met echt jezelf leren kennen zonder dat je in je leven een leerling bent geweest.
in een kring leren leven
Het meest bijzondere aan het democratische onderwijs zijn ongetwijfeld de sociocratische kringen, de schoolkring waarin besluiten worden genomen die betrekking hebben op het besturen van de school, de bemiddelingskring die zorg draagt voor de handhaving van regels en afspraken, en alle andere meer specifieke kringen zoals de ICT-kring, de dierenkring, de tuinkring of de intakekring. In alle interviews lees je het grondig, wezenlijk vormende effect van deze kringen, hoe langdradig ze ook kunnen zijn, hoe eindeloos frustrerend ook en hoe moeizaam het soms is om tot een besluit te komen. Maar fundamenteel is de ervaring dat de kringen duidelijk en vanzelfsprekend maken dat jij er mag zijn, dat jouw stem gehoord zal worden en dat je zult leren uiten hoe je je voelt. In een kring telt iedere stem, maar het gaat niet om de meeste stemmen, het gaat niet om de voors en tegens, en ook niet om discussie en debat. In een kring gaat het om luisteren. Iedereen komt aan bod, iedereen spreekt zich uit, zodat wat de kwestie ook is, alle relevante gezichtspunten aan de orde komen en de kwestie vanuit al die verschillende perspectieven bekeken zal worden. Zo groeit in een aantal rondes de gezamenlijke meningsvorming en komt een oplossing of besluit tot stand dat werkelijk duurzaam is doordat het op de instemming van alle betrokkenen is gebaseerd. Dat is het mooie, ideale plaatje, als je naar een kring kijkt als een besluitvormend orgaan.
Maar in de verhalen van al die alumni lees je vooral dat die kringen in feite functioneren als een gemeenschappelijke zijnsvorm, als de context waarin je als mens vertrouwd raakt met het menselijk bestaan, met wat het wil zeggen om als mens je leven te leven. Het gaat in die kringen uiteindelijk niet zozeer om welk besluit er boven komt drijven. Het gaat veeleer om hoe je met elkaar een lerende gemeenschap wordt, bent en blijft. Het besef dat jij er als lid van de gemeenschap mag zijn wordt mettertijd volkomen vanzelfsprekend. Er is fundamenteel erkenning voor jouw mening, maar het wordt ook volkomen duidelijk dat wat jouw mening ook is, je die verder zult moeten onderzoeken. Daarvoor heb je de anderen nodig, zoals ook zij jou nodig hebben om hun eigen mening te onderzoeken. Jouw mening verandert daardoor in iets anders dan een mening. Het gaat om jouw stem, om het feit dat je een stem hebt, dat je een persoon bent, dat je ertoe doet. Je leest het in ieder interview: de alumni van het democratisch onderwijs hebben allemaal een diepe vertrouwdheid ontwikkelt met zichzelf, met wat ze willen en belangrijk vinden, met wat ze wel en niet weten, met wat ze wel en niet kunnen, met hoe ze zich verder willen ontwikkelen en, vooral ook, met de betekenis die anderen voor hen hebben in de relatie die zij met zichzelf hebben.
je als mens ontwikkelen
Het is deze complexe problematiek van de persoonlijke, menselijke zelfkennis die domineert in de verhalen in dit boek, een problematiek die al te schrijnend totaal ontbreekt in ons reguliere onderwijs. De boodschap van het democratische onderwijs is misschien zo het best te formuleren: je ontwikkelt je in het democratische onderwijs niet tot een schoolkind, niet tot een typische vmbo-, havo- of vwo-leerling, niet tot een studiebol, drop-out, bakker, receptionist, advocaat, timmerman, huisarts, psycholoog, account-manager, of filmregisseur. Nee, je ontwikkelt je tot mens, tot een persoon die geleerd heeft zijn of haar eigen leven te leven. Of misschien nog beter gezegd: je ontwikkelt je tot medemens, tot een persoon die zich in deze samenleving met en tussen al die andere mensen de kunst van het leven – het samenleven – heeft eigengemaakt.
Daar kun je theoretisch over uitweiden, bijvoorbeeld over de fundamentele rol die de centrale waarden van het democratische onderwijs daarin spelen: vrijheid, gelijkwaardigheid, moed en vertrouwen, intrinsieke motivatie, verbinding, autonomie en verantwoordelijkheid. Er staan mooie, korte uitweidingen in dit boek over deze waarden. Maar veel inzichtelijker wordt het door de interviews in dit boek te lezen, door in de woorden van al deze alumni gewoon concreet te horen wat het wil zeggen als je onderwijs wezenlijk niet meer ziet als een periode waarin het om kwalificatie draait, maar waarin het gewoon simpelweg om mens zijn draait, om een persoon zijn, iemand die zich op een verantwoordelijke manier verhoudt tot zijn of haar eigen ontwikkeling.
Durf dit boek te lezen! En durf in te zien hoe anders onderwijs zou kunnen zijn, en hoe anders onze samenleving.
Boek: Je moet het wel durven. Het echte leven op en na een democratische school. Claartje van der Grinten, Janneke Bergmans, Elizabet Meerbeek-Zwetsloot. Uitgeverij: Democratische Scholen Nederland, 2024. ISBN : 9789083436609