In één van mijn eerdere blogs heb ik het gehad over het verschil tussen mensen “aan het denken zetten” en mensen “iets te denken geven”. Als filosoof, zo betoogde ik, probeer ik mensen iets te denken te geven, bijvoorbeeld in de vorm van een paar onderscheidingen die gebruikt kunnen worden om een vraag te verhelderen. Alleen maar aan het denken zetten is me iets te gemakkelijk. Dat kan met ieder willekeurig tegendraads detail, met om het even wat de aandacht afleidt en voor verwarring zorgt. Verwarring alleen is echter niet genoeg om het denken op gang te brengen. Het kan een intrigerend begin zijn, maar ook alleen een irritante armoe.
Dat verschil gaf me gisteren een klein beetje houvast toen ik hoorde dat Conchita Wurst mensen aan het denken wil zetten. Want dat klonk ineens zo serieus als een open sollicitatie naar oprecht gefilosofeer over tolerantie, acceptatie en authentiek jezelf zijn. Ik wil dat graag geloven en dat lukt ook best als ik op de radio haar mooi gezongen liedje hoor.
“Rise Like a Phoenix”.
Het klinkt als een zachte, positieve (vrouwelijke?) variant van het veel venijnigere “On Your Radio” van Joe Jackson, waarin hij met heftig verworven eigenwaarde wraak neemt op iedereen die hem vroeger kleineerde. Nu, zo zingt Jackson, mogen al die vroegere pestkoppen blij zijn dat ze hem op hun radio mogen horen. Dichter bij zijn stardom kunnen ze niet meer komen. Iets dergelijks bezingt Conchita Wurst, al wil ze geen wraak, zo hoor ik, maar vereffening, een einde aan het getreiter, zodat de rust in kan treden en ze thuis kan zijn bij zichzelf.
Ik geloof haar. Zij wil gewoon zichzelf kunnen zijn. Maar hem geloof ik niet. Tenminste, niet als ik hem zie. Of haar? Want Conchita Wurst is Thomas Neuwirth, een Oostenrijkse zanger met lange mooie haren en vriendelijke kunstbewimperde ogen.
En met een hele rare baard.
Een ongeloofwaardige baard, zelfs voor een statement. Het is geen baard die past bij iemand die gewoon thuis wil zijn bij zichzelf.
Ik heb er toevallig afgelopen donderdag een voordracht over gehouden. Die ging over imago-management. En mijn stelling daar was dat het voor mensen belangrijk is om hun imago te onderhouden, maar dat zo’n imago juist niet een uithangbord is om de aandacht van anderen mee te vangen, maar een spiegel waarin je jezelf probeert te kunnen blijven begrijpen.
En als spiegel voor zichzelf geloof ik die baard van Conchita niet. Gewoon helemaal totaal niet!
Die baard geeft niet te denken. Die is niet meer dan een tegendraads detail dat de aandacht afleidt. Je wint daar dus blijkbaar wel het Eurovisiesongfestival mee. Dat levert ongetwijfeld een kometenstaart aan uitnodigingen en interviews op, publieke optredens die de aandacht nog wel een tijdje zullen blijven afleiden. Het zal mettertijd ook wel leiden, trouwens, tot trage uren in onpersoonlijke hotelsuites, met prachtige grote badkamers en enorme spiegels.
Ik hoop dat het Conchita daar in de calm after the storm lukt om haar baard af te scheren. Die is immers geen gezicht!