Langzaam groeien de tegengestelde posities in onze aanpak van de coronacrisis naar elkaar toe. Het wordt geen lockdown en ook geen herd immunity.
Twee, drie weken geleden kende ik beide woorden nog niet. Er was niets dat met die woorden aangeduid kon worden. Nu wel.
Het zijn mooie tijden voor de groei van ons gezonde verstand, onze common sense, zoals de Engelsen zouden zeggen. Dat zit hem in de uitbreiding van ons gedeelde vocabulaire. Maar dat zit hem ook in de ervaring die we opdoen in het gezamenlijk en openbaar toegroeien naar gedeeld begrip. Dat is een dynamisch proces waarin van dag tot dag het laatste woord van inhoud, maar ook van vorm, verandert.
Het laatste woord is een mooi dubbelzinnig begrip dat gebruikt kan worden om een patstelling tussen twee mentaliteiten te overstijgen. Er zijn mensen die een vraag stellen om aan een antwoord te komen, mensen die het denken willen stoppen, omdat denken voor hen vooral een kwestie van piekeren is, een nare mentale onrust. Deze mensen verlangen naar het laatste woord in absolute zin. Als dit laatste woord er eenmaal uit is, is verder twijfelen niet meer nodig. De kwestie is beslist. Punt.
Maar je hebt ook mensen die een vraag stellen om anderen van een antwoord af te helpen, mensen die graag denken, omdat ze daarin vitaliteit ervaren. Deze mensen verlangen helemaal niet naar een laatste woord. Ze geloven niet dat zoiets er kan zijn. Ze zien het als machtsmisbruik, een poging van autoriteiten om hen de mond te snoeren.
Beide mentaliteiten kunnen verkeerd begrepen worden. Alsof je dogmatisch bent of een benauwde goedgelovige als je van antwoorden houdt. Dat is onterecht. Je wilt houvast en houvast is belangrijk. En je bent ook niet cynisch of een geprivilegieerde betweter als je van vragen houdt. Je bent kritisch en ook kritische reflectie is belangrijk.
Het laatste woord heeft echter niet alleen deze absolute betekenis. Het laatste woord kan ook in temporele zin gebruikt worden. Het is gewoon het laatste dat er tot nu toe gezegd is, of gezegd kan worden. Deze temporele betekenis geeft ons een derde mentaliteit en die zien we de afgelopen dagen geregeld in de media. Het is een veerkrachtige democratische mentaliteit. Op dit moment, in het licht van de begrensdheid van wat we nu weten, is dit ons laatste woord. Morgen is er weer een dag. Wellicht is er morgen aanleiding om ons laatste woord van vandaag te herzien. Maar dit is nu waar we staan. Dit is ons laatste woord.
Er zitten twee belangrijke alspecten aan de manier waarop we deze democratische mentaliteit op dit moment aan het werk zien. Het eerste is dat de laatste woorden die we de afgelopen tijd hebben kunnen horen, een kleiner wordende slingerbeweging vertonen. Eerst ging het, nog wat lacherig, aan de ene kant alleen om het stoppen met handenschudden. Daarop kwam van de andere kant een radicale roep om een totale lockdown. De slinger was maximaal, want op dat eerste nieuwe woord kwam weer een stevig tegengestelde reactie in de vorm van die tweede nieuwe term: herd immunity. In de dagen die volgden hebben we de slinger kleiner zien worden en de tegengestelde posities naar elkaar toe zien groeien in een inmiddels behoorlijk omvattende en geïntegreerde aanpak.
Het tweede aspect is dit: iedere wetenschapper weet dat de groei van wetenschappelijke kennis langs het grillige pad van tegengestelde laatste woorden gaat. Wetenschap is intrinsiek democratisch. De media hebben dat besef jarenlang buiten beeld gehouden. Wetenschappers zijn standaard neergezet als deskundigen die definitieve antwoorden geven. Dat is een vervorming van het gezag dat wetenschappers wel degelijk verdienen.
Wat dat betreft is het een heerlijke verademing dat ons gezamenlijk voortschrijdende inzicht nu in de volle openbaarheid van dag tot dag voortgaat aan de hand van temporele laatste woorden.
het temporele zal zijn dat
weten schappen zich uit hun gewoonten geraken
en gaan verbinden met andere weten schappen
zoals ze vroeger ooit aan de basis met elkaar in de klas zaten en temporeel verbonden
zoals kinderen aan de basis nog steeds met elkaar in de klas zitten temporeel verbinden
een klein verhaal:
‘kinderend in de zandbak
er zitten kleine kinderen in de zandbak en ineens is er ruzie en onenigheid
na 5 minuten wachten is het opgelost, het morele aspect van: samen spelen, wint elke keer
weten schap zat ooit samen in de zandbak
een kwestie van terug naar de basis-school’