Het zijn onwerkelijke tijden. Het zijn ook leerzame tijden. En die twee constateringen hebben, zo vermoed ik, met elkaar te maken.
Het coronavirus wijst ons met ongekende intensiteit op de grenzen van onze vermogens – zowel ieder van ons, individueel, als ons allemaal samen, collectief. Tijdens deze coronacrisis komt het er daarom vooral op aan om goed te leren leven met die grenzen. Dat is een hele uitdaging, zeker voor de moderne mensen die we nog steeds, stilzwijgend en vanzelfsprekend, diep van binnen zijn. Moderne mensen zijn namelijk niet zo goed in het omgaan met de begrensdheid van hun vermogens.
Grenzen zijn er voor ons slechts om doorbroken te worden, om verlegd te worden. Dat is kenmerkend voor onze levenshouding. Dat zit diep in het DNA, zoals dat dan heet, van de dominante dragers van onze cultuur: wetenschap, sport en economie. Moderne wetenschap werkt aan de grenzen van ons weten, grenzen die ze steeds probeert te overstijgen, op weg naar de Theorie van Alles die een definitief einde zal maken aan de begrensdheid van onze kennis. Met sport is iets vergelijkbaars aan de hand. Wereldrecords zijn er om verbeterd te worden en hoewel dat een keer moet stoppen is toch iedere schaatser, hardloper of gewichtheffer er op uit om het bestaande wereldrecord te breken. En zo is het ook met onze economie. Die moet groeien, altijd maar weer. Steeds een hoger bruto nationaal product, steeds een hoger salaris, steeds meer omzet.
Dat het met die eindeloos groeiende economie zo niet langer kan, begint langzaam door te dringen. En dat we in de sport uiteindelijk speels en frivool moeten leren omgaan met wereldrecords die niet meer verbeterd zullen kunnen worden, dat weten we ook. Maar in de wetenschap is dit besef nog lang geen gemeengoed. Daar leven we echt nog met de fantasie dat we iedere grens aan ons weten zullen kunnen overwinnen. Dat heeft alles te maken met het behoorlijk naïeve en bovendien incoherente idee dat de wereld volstrekt objectief kenbaar is.
De omgang met de huidige pandemie laat ons de grenzen van ons weten echter heel goed en scherp zien. Dan heb ik het niet over Rutte’s opmerking dat we 100% van onze beslissingen moeten nemen op basis van 50% van de kennis. Dat kan immers nog uitgelegd worden als een praktisch en tijdelijk probleem. Alsof het alleen vanwege de actuele urgentie zo is dat we nu al beslissingen moeten nemen, dat we niet kunnen wachten tot alle kennis beschikbaar is. Maar dat die 100% kennis er op termijn zal kunnen zijn, is juist wat die 50% lijkt te suggereren.
Ik bedoel echter iets anders, iets dat de grenzen van onze disciplines betreft. Volksgezondheid, zo laat de coronacrisis ons zien, is meer dan een medisch begrip. Aan alleen medische inzichten hebben we niet genoeg als we zinnige uitspraken willen kunnen doen over onze volksgezondheid. Economische inzichten spelen ook een rol. Een land kan alles op alles zetten om de verspreiding van het virus af te remmen. Dat heeft echter enorme economische effecten, zodanig dat er bijvoorbeeld na de crisis onvoldoende geld beschikbaar is om de gezondheidszorg op het peil van voor de crisis te behouden. Dergelijke economische effecten hebben zo een duidelijke invloed op onze volksgezondheid, maar ze zijn niet als causale factoren mee te nemen in de medische kennis over de pandemie. En behalve deze economische inzichten doen ook de psychologische inzichten ertoe, evenals de pedagogische, antropologische, sociologische, culturele, historische, biologische, communicatiewetenschappelijke, geografische, geopolitieke, biopolitieke en ga zo maar door.
We moeten al die specialistische inzichten tot ons nemen, ze trachten te verstaan en te bepalen wat ze voor ons op dit moment te betekenen hebben, niet alleen ieder op zich, maar ook al die inzichten samen. En, nee, er is geen specialisme, niet eens een denkbaar specialisme, dat al deze verschillende inzichten kan integreren in één overkoepelende Theorie van Alles.
Dat is mijn punt. De wetenschap is niet één. Er zijn wetenschappen, meervoud.
Wat de coronacrisis ons laat zien is dat de omgang met zo’n wezenlijke kwestie voor de mensheid om al die verschillende specialistische inzichten vraagt. En daarmee vragen deze uitdagingen om het gebruik van ons gezonde verstand, want het is met gezond verstand dat we diverse perspectieven samen kunnen brengen. Dat bijzondere vermogen is niet voorbehouden aan de deskundigen. Dat vermogen heeft ieder van ons en we zien er momenteel overal geweldige voorbeelden van: de op hun balkon zingende Italianen, de huiseigenaar die voorlopig geen huur wenst te ontvangen van zijn zzp-ende huurder, de docenten die eindeloos veel goede tips over onderwijs op afstand uitwisselen, de supermarkten die een speciaal uur voor 65-plussers reserveren en natuurlijk ook de weloverwogen, openhartige, krachtige en innemende toespraak van Rutte op 16 maart aan het Nederlandse volk. Daar hoort – ook dat is gezond verstand – dan toch ook wel de kritische observatie bij dat de mensen met vitale beroepen het onder drie kabinetten Rutte steeds moeilijker hebben gekregen.
Breng dat allemaal maar eens bij elkaar in een geloofwaardige, praktisch wijze en leefbare oriëntatie. Dát is de uitdaging voor ons gezonde verstand.
Het zijn leerzame tijden.
Fantastisch stuk! Helder en simpel tegelijk.
Vraag: ik schrijf elke maand een column in de Friestalige Digitale Krant/Nieuwsbrief. Zou ik deze blog, met vermelding van de bron, mogen gebruiken? Niet letterlijk, maar wel inhoudelijk?
Groet,
Frans Kuipers
Dank, Frans.
Natuurlijk vind ik dat goed en ik ben blij dat jouw column nu verschenen is.
Met een eigen inhoud. Maar met een vergelijkbaar punt: gebruik je sun ferstan.
Hier is een link naar jouw column