Soms zou je willen dat het makkelijker was. Maar ook wetenschap is moeilijk en evengoed een kwestie van tastend in het donker voortploeteren. Laten we niet vergeten dat dat de beste beschrijving is van de wetenschappelijke methode. Gegarandeerde snelwegen naar het juiste antwoord bestaan niet.
Hier moest ik aan denken toen ik erachter probeerde te komen wat mijn moeder het liefst met haar verjaardag wil. Ze wordt éénennegentig en is inmiddels zo vergeetachtig dat ieder verstandig mens haar behoorlijk dement zou noemen. Maar ja, ik ben haar zoon.
Van mijn zussen had ik gehoord dat ze helemaal niets met haar verjaardag wilde doen. “Oh, nee, nee. Veel te druk!” En dan weet ik hoe ze daarbij kijkt.
Maar nu was ik er dus zelf en ik vroeg ook wat ze met haar verjaardag wilde doen. Ze keek me aan met van die glinsterende kleine kinderen ogen. Alsof er iets moois en groots te gebeuren stond, iets dat ze met gemak aan mij over zou kunnen laten en dat het dan wel goed zou komen. Tóen realiseerde ik het me. Dit was mijn effect. Ik zou haar nu zelfs ‘ja’ kunnen laten zeggen tegen een groot feest, een feest met alle kleinkinderen erbij, en bitterballen bij de bowlingbaan; zij gelukkig in haar rolstoel, genietend van al haar blije nageslacht, in haar kleine kringetje, een beetje achteraf. Met nóg een bitterbal, eentje extra, speciaal voor haar.
Maar was dat wat zij wilde?
Zou het dan het effect van mijn zussen zijn, dat ze helemaal niets met haar verjaardag wilde doen, dat ze hen aankeek met een wat bange, paniekerige blik? Maar waarom? Als je de feesten ziet die mijn zussen kunnen organiseren. Die kunnen alles. Die draaien hun hand er niet voor om: op oudjaarsavond zit hun huis met gemak vol met twintig, dertig mensen. Oude bekenden, goede vrienden, een enkele vreemdeling voor wie elders geen plaats was, buren die ongevraagd binnen komen dansen. Er zijn maaltijdsalades, hartige taarten, oliebollen, lekkere hapjes. Het huis is versierd, en dan blijven er ook nog diverse mensen slapen, want ja, zo laat in de nieuwjaarsnacht hoef je natuurlijk niet meer naar huis. Kun je ook nog een fluitje champagne drinken.
Dat dus.
Het was haar eigen effect, bedacht ik me toen, het effect van haar interpretatie van mijn vraag. Ik zou met mijn broer en zussen een experimentje kunnen organiseren. We zouden allemaal bij ons moeder langs kunnen gaan en haar allemaal woordelijk precies dezelfde vraag kunnen stellen. Omdat ze nogal vergeetachtig is zouden we dat zelfs bij wijze van spreken op dezelfde middag kunnen doen. Gewoon om de beurt. De één naar buiten, de volgende naar binnen. “Ha die ma!”
Een herhaald experiment. Zonder leereffect. Maar met vijf verschillende antwoorden.
Hoe goed we ons ook zouden oefenen in het protocol, hoe goed we ons ook zouden voornemen om het precies op dezelfde manier te vragen, met dezelfde blik, dezelfde intonatie: het zouden vijf verschillende antwoorden blijven. We zouden haar herinnering aan ons, hoe nevelig die ondertussen ook geworden mag zijn, namelijk niet kunnen elimineren. Het was een effect van haar kijk op wie ze voor zich had.
Zou een vreemdeling het haar dan moeten vragen? Of nog anoniemer: een enquête per post. Of een daartoe wetenschappelijk getrainde onderzoeker. Of het summum van vandaag de dag: een hersenscan. Zou dat het zijn?
Nee, natuurlijk niet.
Mijn moeder weet helemaal niet wat ze met haar verjaardag wil. Er is niets te vínden in haar brein, of in haar hart. Maar we kunnen natuurlijk wel contact proberen te maken, en instemming proberen te construeren. Dan moeten mijn broer, mijn zussen en ik ook goed met elkaar kunnen praten en ieder op onze eigen manier – met onze eigen kracht én onze eigen zwakte – ruimte zien te maken in het hart van mijn moeder, en in ons eigen hart, waar we een idee kunnen proberen te laten bloeien van hoe mijn moeder haar éénennegentigste verjaardag zou willen vieren.
Want ze wil natuurlijk wel iets, ook al weet niemand wat.
Als filosoof pruttel ik daar dan nog even achteraan met de opmerking dat er helemaal geen wetenschap van de wil is. En gelukkig maar. Laten we dan alsjeblieft ook niet doen alsof zo’n wetenschap er wel is. Leren omgaan met elkaars wil vraagt iets anders dan wetenschap. Begrip. Of inzicht.
En wijsheid.