Cruciale schakels

Als kind was ik een tijdlang in de ban van de sigarettenautomaat waar ik soms voor mijn vader een pakje sigaretten uit mocht gaan halen. Dat een mechaniek gebruikt kon worden voor zo’n transactie vond ik fantastisch. Ik wierp de munten in het apparaat en trok het juiste laatje open voor een pakje Golden Fiction. Gefascineerd heb ik geprobeerd zelf zo’n automaat te bouwen. Niet voor sigaretten, natuurlijk. Ik was een jaar of negen en voor mijn zussen bouwde ik met Lego en een schoenendoos een snoepautomaat.
Hij werkte! Tenminste, als mijn zussen aardig waren en meewerkten, en precies deden wat ik zei, dan waren er een paar stappen die door het mechaniek werden uitgevoerd.
Ik moet aan die tijd terugdenken als ik in de onbemande bibliotheek van Woudenberg een gereserveerd boek probeer te lenen. Het boek staat gewoon in de kast en ik moet het er zelf uit pakken. Het is voor mij de eerste keer dat ik hier ben dus het duurt even voor ik door heb hoe het werkt. Er is aan de andere kant van de muur een machine waar ik mijn pasje moet scannen, waarna ik het boek op een zwarte plaat moet leggen. Daarna moet ik gaan betalen, lees ik op het scherm. Daarvoor moet ik weer naar de andere kant van die muur, waar naast de kast met boeken een betaalautomaat staat. Die automaat vraagt om mijn pasje, weet nu dat ik een boek heb geleend en daarvoor een euro moet betalen. Reserveringskosten, neem ik aan. Als ik betaald heb, verlaat ik de bibliotheek. Alles werkt, precies zoals de mevrouw mij ’s middags via de telefoon heeft uitgelegd. Fantastisch!
Later die avond heb ik nog een ervaring met onze naar automatisering hunkerende wereld als ik op de website van de Utrechtse Stadsschouwburg kaartjes probeer te bestellen. Ik kan zelf stoelen kiezen, maak een account, verzin voor de zoveelste keer een wachtwoord, kies mijn bank, betaal mobiel…, maar, helaas, dat gaat mis. Iets tussen bank en schouwburg, misschien iets met mijn smartphone. Jammer. Opnieuw. Maar die twee stoelen zijn inmiddels gereserveerd. Door mij, ja, maar in een vorige transactie, waar ik niet meer bij kan. Twee uur later probeer ik het opnieuw, en ja hoor, die stoelen zijn weer vrijgegeven en dit keer werkt de betaling gelukkig wel. Is het niet fantastisch!

Nee. Het is niet fantastisch.

Ik snap de fascinatie van die negenjarige jongen wel en ik hou van de vriendelijkheid van mijn zussen die braaf deden wat ik van ze vroeg. Maar ik snap niet waarom we de wereld overgelaten hebben aan de automatiseringsfantasieën van negenjarigen. Ik snap niet waarom een mevrouw mij aan de telefoon moeten uitleggen hoe de onbemande bibliotheek van Woudenberg werkt terwijl er zo’n grote werkloosheid onder 55-plussers is. En ik vind het jammer dat we schouwburgkaartjes snel tussen de bedrijven door en op ieder moment van de dag willen kunnen kopen en daar geen uitstapje op zich van kunnen maken.

Wat ik vooral niet snap is dat we geen aandacht hebben voor al die tussenstappen. Daar liggen enorme maatschappelijke en educatieve kansen. Want de schakel tussen mensen en automaten zal altijd blijven bestaan. Hoe goed we ons best ook doen om ook díe schakels te automatiseren, om die stappen te definiëren als ontbrekende schakels in het automatiseringsproces, alsof het om schakels tussen automaten gaat – dat hele idee is een onnadenkende blikvernauwing van mensen die fout opgeleid zijn.
Ook als negenjarige begreep ik dat ik één, twee, drie stapjes zou kunnen laten uitvoeren door een mechaniek, maar dat het aan de voorkant en aan de achterkant om de goede wil van mijn zussen ging. Zij moesten hun zakgeld in mijn snoepautomaat willen werpen en zij moesten aan de hendel draaien, voorzichtig het deurtje open doen en maar één rolletje snoep pakken, hoewel ze bijna bij een tweede konden. En als ze het rolletje eenmaal hadden gepakt, moesten zij ook het deurtje nog op een bepaalde manier weer dicht doen en nogmaals aan de hendel draaien. Ik was negen.
De automatiseringsdienst van de bibliotheek in Woudenberg heeft de mevrouw aan de telefoon hard nodig, en ook degenen die de bordjes met instructies bij de machines hebben opgehangen, en die de boeken in de kast hebben gezet en ze uit het depot hebben gehaald, naar Woudenberg hebben gereden, de deur voor de chauffeur hebben opengehouden en hem koffie hebben gegeven. En dan heb ik het nog eens niet over de portier beneden in het cultuurhuis waarin de bibliotheek is gevestigd, de schoonmakers, de monteurs die voor de verlichting en de verwarming zorgen, de stratenmakers die de stoep voor het gebouw hebben aangelegd, en ga zo maar door.
Ook de automatiseringsafdeling van de Stadsschouwburg moet het op alle fronten van mensen hebben, van mensen van goede wil. Niet alleen ik moet mijn geduld bewaren als het op mijn smartphone misgaat, maar iedereen die op de werkvloer wel eens iets te maken heeft gehad met automatiseringsprocessen, die weet wat er aan de kant van de schouwburg en aan de kant van de banken allemaal gebeurd moet zijn om die apparaten aan de praat te krijgen. Ook als het eenmaal fantastisch werkt, zullen er menselijke interfaces zijn, mensen die voor de verbindingen zorgen, tussen mensen en automaten en tussen automaten onderling.

Want het zijn uiteindelijk mensen die de cruciale schakels zijn. Het zijn mensen die kunnen verbinden. Wat dat betreft is het eeuwig zonde dat we systematisch over het hoofd zien dat de arbeidsmarkt in de 21ste eeuw niet zal vragen om programmeurs, automatiseringsdeskundigen en ICT-adviseurs, maar om mensen, om verbinders met begrip en een ontwikkeld gezond verstand.

[Over het ontbreken van aandacht voor ons gezonde verstand in het onderwijs, houd ik op 1 februari 2018 een lezing voor het RadboudCSW.]

2 Reacties

  1. Ik denk dat we moeten gaan accepteren dat robots alles maar dan ook alles gaan overnemen van de mensen. Lees Harari! Nu moeten we dus gaan nadenken over wat de mensheid moet gaan doen, wat de rol moet zijn. Daat moeten we NU al op gaan inspelen en niet proberen om de technologische ontwikkelingen tegengas te geven. Dat lukt trouwens toch niet.
    Samen nadenken over de rol van mensen in de (robot)toekomst.

    1. Maar als je gelijk hebt en de robots alles – alles! – gaan overnemen, dan is er voor ons geen enkele rol meer. Dan hoeven we over die rol dus ook niet meer na te denken. Als we dat wel moeten, zoals je stelt, betekent dit dat de robots dus niet alles gaan overnemen. Dat is precies mijn punt.
      Ik las Harari en ik ben totaal niet overtuigd door zijn dataïsme. Ik ga daar op 17 dec in Oss over praten. Zie: https://www.janbransen.nl/index.php/nl/17-december-homo-sensus-communis-et-corporis/

Reacties zijn gesloten.