Tussen alle voordrachten die ik tegenwoordig over mijn onderwijsvisie houd, zitten deze week twee behoorlijk afwijkende onderwerpen die mij na aan het hart liggen, en waarover ik graag nadenk, onderwijs verzorg, en soms, zoals deze week, ook een voordracht houd.
Op 20 juni ben ik in Hilvarenbeek en spreek ik voor een groep GZ-psychologen in opleiding over de metafysica van psychische stoornissen. Dat zal over het wetenschappelijk wereldbeeld gaan, waarin functionele relaties niet als normatieve relaties begrepen kunnen worden waardoor ze bijna altijd herleid (en vervormd!) worden tot causale relaties. Het zal ook over het onderscheid tussen natuurlijke en historische soorten gaan en over de rol van waarheidsaanspraken. Ik ben benieuwd of we goed in gesprek zullen kunnen komen over de grote vanzelfsprekendheden in de gedragswetenschap: essentialisme en atomisme. Als dat lukt, zal de aandacht vanzelf afdwalen van het ziektebegrip en van de neurologische blik, en zal zoiets als RDoC veel van zijn ogenschijnlijke charme kwijtraken.