Politiek is corvee

Politiek is niet aan mij besteed. En daar zijn twee heel verschillende redenen voor. Ten eerste heb ik niets met macht. Macht begrijp ik niet. Dat is natuurlijk de bedoeling ook niet, maar dat is het hem nu precies. Ik wil begrijpen. Ten tweede is politiek – het concrete handwerk van het regeren – een hopeloos inefficiënte aangelegenheid, een poging grote maatschappelijke processen te sturen met buitengewoon onbeholpen middelen: regelgeving en financiering. Dat is niets voor mij.

Ik heb me wel altijd wat ongemakkelijk gevoeld bij dit dedain. Ik heb makkelijk praten. Ik leef immers in een buitengewoon stabiele rechtsstaat en kan de politiek met een gerust hart als onzalig corvee overlaten aan anderen. Maar wel dankzij de eeuwenlange inzet van hen die gewerkt hebben aan het institutionaliseren van deze rechtsstaat.

Hoe hebben die daar al die eeuwen dan aan gewerkt? Dat is een interessante vraag waarop ik een verrassend antwoord vond in De opvoeding van de Christenvorst, dat Erasmus in 1515 schreef als aankomend raadsheer van de toekomstige keizer Karel de Vijfde.

In dat boek maakt Erasmus duidelijk waarom de staatsvorm uiteindelijk veel minder belangrijk is dan het karakter van de heerser. Het doet er voor een volk niet toe of het zijn heersers al dan niet zelf kan kiezen – of het nu in een democratie leeft of overgeleverd is aan een absolute vorst. Wat er toe doet is of het volk de opvoeding van die heerser kan bepalen. Want in de opvoeding vorm je iemands karakter, ook dat van een absolute vorst. En als die vorst een goed karakter heeft, dan komt het met dat volk wel goed.

Daar trek ik voorlopig twee lessen uit, lessen die mij duidelijk maken dat ik wel degelijk bijdraag aan de verdere groei en bloei van een goede, stabiele, geweldloze samenleving ook al laat ik het onzalige corvee graag aan anderen over.

De eerste les is deze: een democratie is op zich helemaal geen goede regeringsvorm, omdat de kwaliteit van een regering slechts afhangt van de kwaliteit van de opvoeding van de regerende politici.

De tweede les is deze: werken aan een goede, stabiele, geweldloze samenleving doe je niet door politiek te bedrijven, maar door onderwijs te verzorgen in humaniteit, door in woord en gebaar te bouwen aan een visie op onze menselijkheid, door voeding te geven aan de praktische wijsheid die kenmerkend is voor een goed karakter.

Erasmus staat bekend als een groot humanist. Hij heeft een levensbeschouwing helpen ontwikkelen die voorbij de macht van kerk en staat bijdraagt aan de vorming van ons allemaal, verstandige, sympathieke mensen, die van elkaar en van zichzelf kunnen houden en die respect kunnen hebben voor degenen onder hen die onzalig corvee op zich willen nemen.

Dat respect verdienen onze politici. Maar vooral, vooral ook een goede opvoeding!

Daar schreef ik in Vers Beton een artikel over, omdat ik me toch wel wat zorgen maak over onze politici. Of eigenlijk dus vooral over hun opvoeding.

(En nu ook beschikbaar in een Engelse vertaling.)