De Hogeschool voor Toegepaste Filosofie organiseert op 13 mei a.s. haar derde symposium. Tijdens dat symposium zal ook de oprichting van een kenniscentrum gepresenteerd worden, een kenniscentrum dat zal duidelijk maken dat je een filosofische benadering nodig hebt om duidelijk te maken dat Bildung een fundamenteel onderwijsideaal is.
Zowel in het kenniscentrum als tijdens het symposium zal ik een rol spelen. Mijn rol is een radicale, een vrije, een narrige, anarchistische. Ik zal betogen dat Bildung een fundamenteel en cruciaal ideaal is voor mensen, maar dat onduidelijk is op welke manier we onderwijs nodig hebben om dat ideaal te behartigen. Ik zal betogen dat ‘onderwijs’ een verouderde, negentiende-eeuwse institutie is, een institutie die ooit heel belangrijk was, maar die nu voor jongeren vaak eerder een last dan een kans betekent. Ik zal drie stellingen verdedigen, stellingen waar iedereen het volgens mij eigenlijk snel over eens zal zijn. Maar als dat inderdaad het geval is, dan volgen daar heel radicale consequenties uit. Dan zal het middelbaar onderwijs op (korte) termijn zó drastisch van aard moeten veranderen dat bijna niemand meer zal herkennen dat het nog ‘onderwijs’ is.
En het is niet omdat ik zo graag drastisch radicaal wil zijn. Ik meen het heel serieus!